Het onderzoek van de bekkenfysiotherapeut
Wanneer iemand zich aanmeldt zonder verwijzing van een arts, bestaat de eerste zitting uit een vraaggesprek, waarbij de therapeut vaststelt of zij u klacht of hulpvraag kan behandelen. Hierna (en met een verwijzing direct) volgt een uitgebreid gesprek over de klachten en de gevolgen ervan in het dagelijks leven. U krijgt uitleg welke mogelijkheden er zijn binnen het bekkenfysiotherapeutisch onderzoek en behandeling. Verder kunnen er via de e-mail vragenlijsten worden opgestuurd. Naar aanleiding van het gesprek zal de therapeut uitleg geven over het bekken en de bekkenbodem en de relatie met de klachten hierbij.
Als u ermee instemt volgt na de intake een lichamelijk onderzoek. De bekkenfysiotherapeut kijkt naar uw houding, hoe uw ruggengraat en bekken beweegt, hoe u ademt, hoe de ledematen bewegen, wat de kracht is van diverse spieren rondom het bekken en hoe uw bekkenbodem functioneert. Daarbij kan echografie ingezet worden. Bij dit onderzoek draagt u bij voorkeur ondergoed of een sportbroekje.
Afhankelijk van de klacht, kan het belangrijk zijn om de functie van de bekkenbodemspieren te onderzoeken. De bekkenbodem is een groep van spieren die onder in het bekken ligt. Door de positie van deze spieren zijn ze niet goed te zien. Een van de mogelijkheden van de bekkenfysiotherapeut om dit functioneren te beoordelen, is het uitvoeren van een inwendig onderzoek of myofeedback. Dit wordt alleen uitgevoerd, wanneer het kan bijdragen aan het herstel en u hier toestemming voor geeft. De bekkenbodemfunctie is ook te beoordelen door een hand tegen de onderbroek te leggen. Deze methode is echter minder volledig en nauwkeurig. Wanneer besloten wordt tot een inwendig onderzoek, vindt dit meestal pas tijdens een volgende behandeling plaats.